Skip to main content

Klederdracht

Klederdracht

Bron: Mr. E.J. Mac Gillavry, familieboek "Van Dunmaglass tot Djati Roenggo"

Het ontstaan van Clan en tartan


Het ontstaan van Clan en Tartan hangt nauw samen. Al heel vroeg wilden de Clanleden zich zo kleden, dat het gemakkelijk was om elkaar te herkennen. Over het tijdstip van het ontstaan van de tartan is men het niet helemaal eens maar men veronderstelt dat dit plaats vond in de twaalfde eeuw. Het zal wel een zeer geleidelijke ontwikkeling geweest zijn; omstreeks de zestiende eeuw waren de Clandistricten min of meer afgebakend. Wat droeg de Hooglander? Velen zullen verbaasd zijn te horen, dat de kilt, die zo echt beschouwd wordt als het Hooglandse kostuum, in geen enkele herkenbare vorm bestond voor het einde van de zestiende eeuw.

De kleding van vóór 1600 kan als volgt worden samen gevat:

  • Linnen shirt, (voor degenen, die het betalen konden in saffraan gedoopt).
  • Korte jacket.
  • Trews. Deze lijkt op de tegenwoordige maillot, maar was van wollen stof gemaakt.
  • Plaid, losjes omgeslagen, misschien van tartan, maar in ieder geval in verschillende kleuren.

 

MacGillivray Ancient

MacGillivray Modern

MacGillivray Hunting

Tartan is een combinatie van kleuren, strepen en ruiten in wol of zijde, 's Nachts sliep de Hooglander in zijn plaid en overdag diende deze als kilt. In 1600 werd het linnen saffrane shirt afgeschaft, waarschijnlijk door de toenemende armoede in de Hooglanden en gedeeltelijk ook door de verwoesting van Ierland, waar de voorraad linnen was vernietigd. Voordien droegen Schotten en Ieren beiden het saffrane shirt.

Van 1600 tot 1725 kwam de 'belted plaid' in de mode. Deze bestond uit een gewoon stuk tartan, dat op zeer speciale manier werd aangetrokken. De plaid werd op de grond gelegd met een riem er onder. Dan plooide men de stof over de riem en ging er zo op liggen, dat de onderkant van de plaid tot de knieholte reikte. Daarna plooide de Hooglander de stof om zijn taille. Van voren sloten de omgevouwen einden over elkaar. Het geheel werd vastgemaakt met een leren riem. Hij liet dan het lange ongeplooide gedeelte achter zich naar beneden vallen en deed zijn jas, vest en sporran aan. De sporran is het kleine tasje in leer of kortharig bont uitgevoerd, dat voor op de kilt gedragen wordt. Het losse gedeelte van de plaid, dat op zijn enkels hing, gooide hij met een handige en gracieuze beweging over zijn linkerschouder en dit alles werd met een broche vastgezet. Bij slecht weer kon de plaid ook als jas worden gebruikt. Men zegt, dat de Schotten gewend waren om hun plaids in koud water te dompelen voordat zij gingen slapen, zodat de warmte van hun lichaam een warme wasem afstraalde door de vochtige kleren.

In 1725 kwam de kleine kilt in gebruik en tegen de tijd van de Jacobitische opstand in 1745 werd deze hoofdzakelijk nog gedragen. Nu wordt gezegd, dat de kleine kilt een uitvinding was van een Engelsman, die een metaalgieterij had in Schotland. Het viel hem op, dat de arbeiders bij hun werk gehinderd werden door het gedeelte van de plaid, dat over hun linkerschouder hing. Hij schreef voor, dat het bovenste gedeelte er af moest worden gesneden. De Schotten zelf namen dit verhaal geen moment ernstig op. Zij wilden niet aanvaarden, dat juist een Engelsman hen moest voorschrijven hoe zij tot een gemakkelijk te dragen kleding konden komen. Tot zover de bovenkant van de kilt; wat eronder zit blijkt dikwijls aanleiding te geven tot vele speculaties! De Schot droeg vroeger helemaal niets onder zijn kilt. Tegenwoordig draagt hij echter soms een korte onderbroek van tartan. Een grondbezitter uit de Laaglanden antwoordde op de vraag "Heeft Uw familie een tartan?" Neen! Goddank niet, mijn voorouders konden zich altijd een broek permitteren!"


Fabricage van de stof.

De stof was van zeer fijne kwaliteit, waarschijnlijk gemaakt van zachte wol van de oude Hooglandse schapen. De prachtige kleurstoffen werden thuis bereid uit zeewier, schors, bloemen en mos. Het Clanpatroon vormde geen probleem voor de weefsters.Het juiste aantal draden voor iedere streep of ruit van het patroon werd om een haak gewonden en de haak zelf werd van de ene generatie op de andere overgeleverd. De tartan van de familie Ogilvie is de meest gecompliceerde. Er zijn 81 kleurschakeringen voordat het patroon zichzelf herhaalt. Favoriete kleuren in de eerste tijd waren violet en blauw. Geen enkele beschrijving van de tartans stemt op de een of andere manier overeen met de setts (patronen) die in de moderne tijd door dezelfde Clans worden gedragen. Tijdens de Jacobitische opstand was het heel gewoon voor een Hooglander om jacket, plaid en trews te dragen, waarvan elk kledingstuk een andere tartan had. Na de opstand van 1745 moest men noodgedwongen het maken van tartans thuis opgeven: Er kwam toen een wet tot stand waardoor het verboden werd de zogenaamde Hooglandse kleding te dragen, onder bedreiging van zes maanden gevangenisstraf. Toen in 1782 het verbod werd opgeheven, was de kunst van het tartan maken grotendeels verloren gegaan. Synthetische kleurstoffen kwamen later in gebruik. In deze eeuw heeft uitgebreid onderzoek het weer mogelijk gemaakt de oude patronen terug te vinden.

Hoe was het nu met de kleding van de vrouwen gesteld? Hier bestaan niet zoveel gegevens over, maar we weten dat, vooral in het begin, de plaid gedragen werd door beide seksen. De kleuren van de tartans voor vrouwen waren echter levendiger en de ruiten groter, dan bij de mannen. De plaid werd dikwijls over het hoofd geslagen en bedekte verder het hele lichaam. Later droegen de vrouwen tartanjurken of een shawl, die om hun schouders werd gedrapeerd en natuurlijk de Schotse rokken (niet te verwarren met de kilt van de mannen).

In de twintigste eeuw kwam er een nieuwe mode; een lange sjerp (sash) die over de schouder liep en met een broche werd vastgezet. De kleding van de vrouwen is niet het boeiendste aspect, die van de mannen daarentegen is afwisselend, gracieus en kleurrijk. Behalve de kilt werden vroeger door de mannen trews als winterdracht gedragen. Trews is afgeleid van het Keltische 'triubhas' hetgeen broek betekent. Wij kunnen het enigszins met de maillot vergelijken. De oude Hooglandse trews waren een knap stukje kleermakerswerk. Zo te zien leken zij op de lange broeken uit de middeleeuwen, maar zij waren op een speciale manier gesneden. De pijpen van de broek waren samengesteld uit een stuk tartan. De stof was schuingeknipt, om een elastisch effect te krijgen. De pijpen waren smal en namen net als kousen de vorm van het been aan. Ze werden vroeger meestal gedragen bij het paardrijden, omdat de kilt hiervoor geheel ongeschikt is. In 1672 waren trews en kleine kilt de erkende kleding van de Hooglanders; de trews beperkte zich echter tot de upper class. Tegenwoordig wordt hoofdzakelijk de kilt gedragen. In het buitenland kreeg speciaal de regimental kilt grote vermaardheid. In de eerste wereldoorlog veroorzaakten de Schotse soldaten in hun vreemdsoortige kleding grote paniek bij de vijand. Zij werden 'Ladies from Hell' genoemd. Ofschoon er vaak gelachen wordt om de kilt en men de opmerking hoort, dat het geheel erg onpractisch is, zijn er toch grote voordelen aan verbonden. De kilt plakt namelijk niet aan het been als hij nat is. Bij het wandelen is het een prettig en luchtig kledingstuk. De fijne plissé is een goede bescherming tegen regen en wind. Momenteel is er nog een tendens, vooral bij de jongeren, om bij bijzondere gelegenheden zoveel mogelijk de kilt te dragen. Dit valt zeer toe te juichen, aangezien deze kleding toch altijd een aparte charme verleent, zeker in deze tijd, waar de mode voor mannen nogal saai te noemen is.

Chattan

MacGregor Modern

Armstrong Ancient

MacIntyre Hunting Ancient

MacKay Blue

MacKintosh Modern

MacLean of Duart Ancient

MacPhail Hunting Ancient

MacLeod of Lewis Ancient

Agnew Ancient

Wilson Ancient

MacBeth Ancient

Accessoires


Kiltspeld

Op de kilt wordt een zilveren speld gedragen, die aan de rechterkant ongeveer 12,5 cm van de onderkant en 7,5 cm van de zijkant wordt bevestigd. Men hoeft de buitenste en de binnenste flap niet aan elkaar vast te spelden, aangezien daardoor gauw gaten ontstaan. Oorspronkelijk is het natuurlijk wel de bedoeling geweest. Overdag wordt dikwijls een gladde speld gedragen en 's avonds één bezet met juwelen, maar hiervoor bestaat geen vaste regel. De speld is uit het helmteken en wapenspreuk samengesteld. Deze laatste is in cirkelvorm aangebracht op een gestyleerde kouseband (garter). Voor een Chief steken hier drie zilveren veren bovenuit en voor een Chieftain twee.


Sporran en ketting

Bij de kilt wordt een sporran (tas) gedragen, aangezien er in de kilt en trews geen zakken zitten. Alleen met atletiek wordt de sporran af gedaan. Hij is gemaakt van leer of kortharig bont met paardemanen versierd. Er zijn heel eenvoudige naast rijk versierde. De gewone voor dagelijks gebruik zijn van leer met kwastjes eraan en een klep over de sluiting. Vele sporrans uit de 17e en 18e eeuw hebben zilver of koperbeslag en werden opgehangen aan een zilveren of leren ketting. We moeten niet vergeten dat de Hooglander bijzonder gesteld is op vrolijk en rijk versierde kleding, 's Avonds worden meestal haren of bonten sporrans gebruikt. Leren tassen en riemen draagt men niet bij avondkleding.(Wel witte riemen bij de Highland regimenten). De avondsporran is dikwijls van zeehondenhuid met zilverbeslag en als de drager een wapen heeft, dan kan hij dat in de beugel laten graveren. De bontsporran met dierenmasker kan men zowel 's ochtends als 's avonds dragen. De lange paardeharen sporran is een moderne uitvinding. Hooglandse jackets. De Hooglandse jackets zijn enigszins te vergelijken met onze tegenwoordige colbertjasjes. De jackets die men overdag draagt zijn meestal van tweed of kamgaren. Er worden zeer veel uiteenlopende modellen gedragen. Het zou te ver voeren om alle verschillen te bespreken. Ze hebben echter als overeenkomst dat de jacket een enkele rij knopen heeft, kort is en van voren naar achteren schuin weggesneden om de kilt goed te doen uitkomen. Sportjasjes en blazers zijn dus ongeschikt, 's Avonds wordt een jacket gedragen van zwart fluweel, afgezet met een zilveren bies. De laatste tijd worden er jackets gemaakt naar authentieke voorbeelden.


Kousen

Voor het dagelijks gebruik kunnen kousen praktisch elke kleur hebben, maar de meest voorkomende zijn beige of grijs. De kousen moeten ongeveer 5 cm onder het kniegewricht blijven; dit wordt heel belangrijk gevonden, 's Avonds zijn zij veel kleuriger. Ze kunnen dan rood/wit, blauw/wit of rood/zwart zijn, maar men kan ook gebreide tartan kousen dragen. Deze zijn meestal in de hoofdkleuren van de kilt. Men draagt de kouseband aan de buitenkant met de knoop bovenop de kous. De bovenste rand van de kous is soms rechthoekig getand.


Schoenen (van ongelooid leer)

De originele brogue wordt al in 1543 beschreven. Men nam een dierenhuid waarin de voet geplaatst werd. Het overtollige leer werd er afgesneden en de uiteinden werden samengebonden boven de wreef. In het bovenleer werden gaten gesneden, zodat het water eruit kon lopen. De buitenkant was harig. De schoenen van vroeger verschillen niet zo erg veel van wat men tegenwoordig draagt. Ze zijn alleen niet harig meer. Deze 'brogues' zijn bijna altijd zwart. Bruine schoenen worden eigenlijk nooit bij de kilt gedragen. Voor avondkleding heeft men twee verschillende stijlen schoenen. De ene is zwart lakleer met dunne zolen, soms met versierde gesp en rode veters, die om de enkels sluiten. De andere stijl is een gewone schoen met gesp en riempje. Dit kan byzonder fraai zijn als het gedragen wordt met zilveren gespen. De damesschoenen zijn gemaakt van heel zacht zwart leer en hebben erg dunne zolen. Ze worden zowel door vrouwen als door mannen gedragen. Deze schoenen zijn onmisbaar voor het uitvoeren van de echte oude dansen uit de Hooglanden.


Sgian dubh

De sgian dubh is een zwart mes, dat aan de buitenkant van het rechterbeen wordt gedragen. Men steekt het tussen de kous en het been, slechts het heft is zichtbaar. Ook hier ziet men weer prachtig versierde exemplaren met zilveren heft. Het mes is een essentieel onderdeel van de Hoogland kleding.


Dolk

De dolk wordt alleen bij avondkleding gedragen. Het is dikwijls een erfstuk met bijzonder persoonlijke heraldische kentekenen. De dolk bestaat uit een lang mes, met in de schede een klein mes en een vork. Oorspronkelijk werd het lange mes voor de jacht gebruikt en het kleine bestek om mee te eten. Een typisch staaltje van doelmatigheid. De dolken zijn versierd met kostbare stenen. Het kleine bestek zit met zilveren kettinkjes vast aan de schede. De kunst van het dolken maken is helaas aan het uitsterven en met dat helaas wordt bedoeld het verloren gaan van kunstzinnig handwerk.


Kanten manchetten en jabots

Manchetten en jabots worden alleen bij avondkleding gedragen. De jabot is een vervanging van het strikdasje. De kanten manchetten zijn niet verplicht, maar geven wel een zeker cachet.


Muts

Er bestaan twee soorten mutsen: de Balmoral en de Glengarry bonnet. De Balmoral is een heel oude hoofdtooi. Hij kan zwart, blauw of reebruin zijn met of zonder geruite band en er kunnen lange linten aanhangen. Deze muts heeft de vorm van een baret. De Glengarry is meestal donkerblauw of zwart, kan ook een geruite band hebben, maar hier hangen altijd losse linten aan de muts. Het model is langwerpig met een gleuf bovenop. Vele mensen geven aan de Glengarry de voorkeur omdat het geheel er iets zwieriger uitziet.


Kouseband

De ouderwetse kouseband werd net als een herendas geknoopt. Ze werden op speciale kleine weeftoestelletjes gemaakt. Tegenwoordig ziet men dikwijls groene of rode kousebanden en bij de avondkleding zijn ze meestal van zijde. Er is weer een streven om de ouderwetse kouseband te gaan gebruiken.


Riem

De riem wordt gedragen bij de gewone dagelijkse kleding en is 5 tot 7 1/2 cm breed. Hij is uitgevoerd in zwart Marokkaans leer of lakleer en heeft een stevige zilveren gesp, versierd met een heraldisch patroon. Deze riem geeft aan de kilt zijn vervolmaking.


Hooglandse jackets

De Hooglandse jackets zijn enigszins te vergelijken met onze tegenwoordige colbertjasjes. De jackets die men overdag draagt zijn meestal van tweed of kamgaren. Er worden zeer veel uiteenlopende modellen gedragen. Het zou te ver voeren om alle verschillen te bespreken. Ze hebben echter als overeenkomst dat de jacket een enkele rij knopen heeft, kort is en van voren naar achteren schuin weggesneden om de kilt goed te doen uitkomen. Sportjasjes en blazers zijn dus ongeschikt, 's Avonds wordt een jacket gedragen van zwart fluweel, afgezet met een zilveren bies. De laatste tijd worden er jackets gemaakt naar authentieke voorbeelden.


Zwaardriem en zwaard

Zwaardriem en zwaard worden tegenwoordig alleen nog gebruikt bij militaire doeleinden en voor het bijwonen van hofrecepties. Zij behoren tot de echte galakleding.


Plaid

De plaid kan op twee wijzen gedragen worden. De volledige plaid wordt gedragen op de manier van de bandelier, meestal onder de riem waar het zwaard aanhangt, onder de rechterarm door en op de linkerschouder vast gezet met een grote broche. De plaid is kort geplooid en vastgemaakt op de linkerschouder met een broche. Deze manier is populair voor avondkleding.


Cape van Inverness

Er is niet precies vastgelegd welke mantel men draagt bij de kilt. Meestal draagt men een gewone regenjas. Bij de avondkleding geeft men de voorkeur aan de cape. Een bijzonder geschikt kledingstuk is de zogenaamde Inverness-cape, die de armen vrij laat.