Bron: Mr. E.J. Mac Gillavry, familieboek "Van Dunmaglass tot Djati Roenggo"
Hendrik, oudste zoon van William en Elisabeth, kwam op vijftienjarige leeftijd in dienst bij de Ontvanger van het Stadsoctrooi te Zwolle. Op 3 maart 1816, achttien jaar oud, als ambtenaar der vijfde klasse naar Nederlands-Indië. Vanuit Vlissingen scheepte hij zich in op het fregat de "Nassau". Hiermee begint dan de voor onze familie zo belangrijke Indische episode.
Aan boord waren ook Mr. Pieter Simon Maurisse, in 1816 voor de tweede keer naar Indië, met zijn vrouw en hun kinderen Anna Theodora en Wijnand Elisa. Hij werd daar uiteindelijk president van het Hooggerechtshof, tevens van het Hoog Militair Gerechtshof en Raad Extraordinair van Indië. Zijn maatschappelijke stand had hij, zoals in die tijd nuttig en nodig was, vastgelegd door zijn huwelijk op 4 November 1798 met Johanna Maria Theodora van der Hoeven, een dochter uit een invloedrijke Rotterdamse regentenfamilie.
Hendrik heeft zijn tijd aan boord blijkbaar goed besteed. Op 15 augustus 1819 trouwde hij met Anna Theodora Maurisse. Hendrik volgde aldus het goede voorbeeld van zijn schoonvader om zijn maatschappelijke stand door zijn huwelijk te bevestigen. In 1823 al werd hij benoemd in zijn functie bij beide Gerechtshoven waar schoonvader Maurisse president van was. Dat deze laatste Hendrik in de stijgbeugel heeft geholpen is dus wel heel duidelijk! In 1821 trad hij in dienst van het Binnenlands Bestuur als assistent-resident van Buitenzorg en vervolgens in 1822 van Soerakarta. In 1823 werd hij daar tot resident benoemd. Het was toen pas zeven jaar geleden dat hij in Indië was aangekomen en toen hij resident werd was hij pas 28 jaar oud.
Het residentschap was in het toenmalige Indië een zeer hoge ambtelijke post, die recht gaf op allerhande eerbewijzen als bijvoorbeeld het gebruik van de gouden pajong (parasol), hetgeen overigens alleen maar aan de hoogste Javaanse adel was voorbehouden.
A 'Resident' was a Government function in the British and Dutch Colonies. A 'Resident' represented the Colonial authority. In the former Netherlands Dutch East Indies the 'Resident' was the governing head of a region overseeing a local Noble or Sovereign or 'Regent'. In British India a 'Resident' was a representative at the Court of a local Sovereign as well.
De Resident had een bestuurlijke functie in de Britse en Nederlandse koloniën. Een resident representeerde het koloniaal gezag. In het voormalige Nederlands-Indië stond de resident aan het hoofd van een bestuur van een gewest, waarbij hij toezag op een lokale edelman of vorst, de regent.
'Raden' of ´Radèn' is een adellijke aanspreektitel die gevoerd wordt door afstammelingen van verschillende vorstenfamilies op Java, Madoera en Soenda. De titel werd onder andere gevoerd door het sultanaat Jogjakarta en het sultanaat Surakarta maar ook op Kalimantan. De toevoegingen Mas en Ajeng hebben betrekking op respectievelijk mannelijke en vrouwelijke afstammelingen. Omdat het een aanspreektitel is, wordt raden vaak voor (een deel van) de naam van een persoon aangezien. De titel wordt vaak afgekort tot R..
Mangkoe Negoro II van Soerakarta
Een van Hendrik's tegenspelers
De post te Soerakarta was bovendien een van de moeilijkste omdat dit de hoogste macht inhield aan het Hof van de Soesoehoenans. de wettige voortzetters van de tradities van de keizers van het oude machtige Rijk van Mataram. Deze Soesohoenans waren potentaten die zich hun rang en roemrijke verleden van hun Huis zeer wel bewust waren.
Zij moesten dus bijzonder omzichtig worden benaderd en zeer worden ontzien, terwijl aan de ander kant de resident moest laten blijken dat hij in rang hun meerdere was. Dit was dus een taak, die ten aanzien van deze hoge heren het uiterste aan tact en diplomatieke gaven vergde. Buitengewoon moeilijk voor iemand die nog zo jong was en nog pas zo kort in dit verre en vreemde land woonde met zo geheel andere zeden en gewoonten. Hendrik ging een moelijke periode tegemoet. In 1824, dus nog voor het uitbreken van de opstand, had de resident Mac Gillavry de gouverneur-generaal Van de Capellen al gewaarschuwd voor de ontevredenheid, die hij onder de Javaanse bevolking waarnam, door een schriftuur met de volgende titel:
Hoe ver was hij zijn tijd vooruit en wat had hij een goed hart! Hendrik Mac Gillavry overleed geheel onverwacht op 15 februari 1835, 37 jaar oud aan de cholera. Hij werd begraven bij het grote landhuis Tjitrap, twintig kilometer ten noord-oosten van Buitenzorg, waar een eenvoudig grafmonument voor hem werd opgericht. Hij kwam hier graag en was zeer bevriend met de eigenaar Augustijn Michiels, ook wel Majoor Jantje genoemd.
Zijn vrouw Anna Theodora Maurisse, die bij de plotselinge dood van haar man in verwachting was van haar zevende kind, bleef zoals uit haar brieven uit die tijd blijkt, heel verdrietig en ook wat verbitterd.

Graf van Hendrik Mac Gillavry te Tjitrap
Hendrik en Anna’s zesde kind Alexander Donald, geboren in 1829, overleed kinderloos in 1868. De andere vier zonen zorgden voor de uitgebreide familie MacGillavry. In de familiestamboom worden ze aangeduid als 'de vier takken'.
- 1e tak – Willem Joan Julius, geboren 1820
- 2e tak – Henri Pierre Théodore Elise, geboren 1821
- 3e tak – Robert Jacob Wijnand, geboren 1824
- 4e tak – Theodorus Hendrik, geboren 1835
Bron:
[1] Van Dunmaglass tot Djati Roenggo, Edwin Mac Gillavry
[2] Brill.com / P.B.R. Carey
[1] | Hendrik Mauritz Mac Gillavry, geboren Zwolle 3 december 1797 |
[1] | Gedoopt aldaar Betlehemkerk 12 maart 1815 |
[1] | Adjunct-griffier Hooggerechtshof en griffier Hoog Militair Gerechtshof in Nederlands-Indië 1819 |
[1] | Getrouwd te Batavia op 15 augustus 1819 met Anna Theodora Maurisse. Geboren Leiden 30 augustus, gedoopt aldaar 4 september 1799, overleden Soerakarta 24 augustus 1849, dochter van Mr. Pieter Simon en Johanna Maria Theodora van der Hoeven |
[1] | Waarnemend resident te Buitenzorg 1821 |
[1][2] | Waarnemend resident te Soerakarta 1822 |
[1][2] | Resident te Soerakarta 1823 - augustus 1827, gesuspendeerd en ontslagen 1827 |
[1] | Resident ter Westkust van Sumatra 1829 |
[1][2] | Wederom Resident van Soerakarta 1830 - 1834, Ridder Nederlandse Leeuw |
[1] | Overleden Soekaradja 15 februari 1835, begraven Tjitrap bij Buitenzorg |