Skip to main content

Tak 2-5

1821 - 1889

Henri Pierre Théodore Elise

De vier takken
De tweede tak
Tak 1
Tak 2
Tak 3
Tak 4
Pag. 1
Pag. 2
Pag. 3
Pag. 4
Naschrift
Sitemap
Pag. 5
Pag. 6
Pag. 7
Pag. 8
Ambarawa
~ 2 .5 ~

Niettemin kwam juist door haar initiatief na vele moeilijke jaren de definitieve uitkomst van de financiële problemen. Zij liet vrouwelijke bedienden sigaretten rollen uit inheemse, gemakkelijk en goedkoop verkrijgbare tabak, aanvankelijk alleen voor haar man, daarna ook voor zijn vrienden. Deze sigaretten vielen zo in de smaak, dat de vraag steeds toenam. Uiteindelijk werden zij niet alleen maar gepresenteerd of ten geschenke gegeven, maar ook verkocht. Toen het werk haar teveel werd, werden deze bezigheden toevertrouwd aan de derde zoon Thonny.

Onder zijn geniale leiding, waarbij Amerikaanse produktiemethoden werden geïntroduceerd, die hij in de Verenigde Staten had bestudeerd, groeide het bedrijfje uit tot een fabriek, die in de twintiger jaren een enorme omvang bereikte. Een groot fabrieksgebouw, waarin de modernste machines een plaats vonden, werd in Ngabean vlak bij Djati Roenggo neergezet. Beroemd in geheel Nederlands-Indië waren de reclamecampagnes, die ter bevordering van de verkoop van Mac Gillavry-sigaretten werden georganiseerd. Boven de Pasar Gambir van Batavia en de Pasar Malams van Soerabaja en Semarang (jaarlijkse manifestaties die het midden hielden tussen een jaarbeurs en een kermis) hing altijd een reusachtige ballon in de vorm en de kleur van een pakje sigaretten, die als de duisternis was ingevallen door een helder strijklicht werd beschenen. Van een grote afstand was die dan al te zien. Een pakje sigaretten kostte omstreeks 1910 een dubbeltje voor 25 stuks! Allerhande reclame-artikelen als bijvoorbeeld potloden, opschrijfboekjes, kalenders, agenda's en bridge-blocs werden regelmatig op grote schaal verspreid. Heel begerenswaardig was hef'Gouden boekje", dat bij het gouden jubileum in 1930 aan heel speciale relaties werd uitgereikt. Het bevatte een schat van gegevens van de meest uiteenlopende aard,die heel knap gecompileerd waren. Het was eigenlijk een beknopte encyclopedie in zakformaat.

In het Indische blad "Luchtvaart" kwam het volgende artikel voor:

"Op 2 Januari 1929 maakte de PK-AFA een grote strooivlucht voor Mac Gillavry's sigarettenfabrieken, ook met de bedoeling de Soenanfeesten te Solo op te luisteren. Boven Meester Cornelis, Batavia, Krawang, Cheribon, Tegal, Klaten, Djocja, Magelang en Temanggoeng werden totaal 850.000 strooibiljetten uitgeworpen, waarvan 350.000 alleen boven Solo. Het uitwerpen van de strooibiljetten, welke rood en wit waren gekleurd, bleek een grote attractie en een zeer doeltreffende reclame."

Nu is dit allemaal heel gewoon, maar in die tijd, toen men het woord reclame nog nauwelijks kende, was het buitengewoon vooruitstrevend en origineel. Thonny is een van de pioniers op reclame-gebied geweest.

Eerlijkheidshalve moet verteld worden, dat hij het geluk aan zijn kant had, omdat tengevolge van de eerste wereldoorlog, door een tekort aan scheepsruimte, de invoer van sigaretten uit Amerika en Europa stagneerde, terwijl hij zelf bij wijze van spreken de inheemse tabak vrijwel om de hoek van de straat kon kopen. De Mac Gillavry-sigaretten bevatten dan ook deze donkere gekleurde tabak, die zwaar van aroma was. Zij hadden een mondstuk van geparafineerd papier. Thonny heeft van deze omstandigheden uiterst kundig gebruik gemaakt. Het mag toch wel een formidabele prestatie genoemd worden, dat de N.V. Cigarettenfabriek H. D. Mac Gillavry te Ambarawa, zoals de naam officieel luidde, vele jaren bijna een monopolie had van sigarettenverkoop in de Indische Archipel! Ook nu nog, na meer dan een halve eeuw, verbinden ouderen, die voor de oorlog in Indië waren, de naam Mac Gillavry met sigaretten!

Dat deze ontwikkeling de financiële positie van de familie en van Thonny in het bijzonder iets prettiger maakte, behoeft geen nadere uitleg. Een mooie pondok (buitenhuis) kon in de bergen op de hellingen van de Oengaran te Bandoengan gebouwd worden. Het had een weergaloos mooi uitzicht op de Merbaboe en de daaromheen liggende kleine bergen. Gedurende de weekeinden en de vakanties ging de familie daar vaak een "frisse neus" halen.

Gelukkig heeft Thonny niet meer meegemaakt, dat in 1933 de fabriek verkocht moest worden aan de British-American Tobacco Cy., nadat deze al uitgehold door dumping en wanbeheer van de plaatselijke directie. Het merk H. D. Mac Gillavry wordt nu nog in Zuid-Afrika en in Australië geproduceerd. De sigaretten bevatten nu een Amerikaanse mélange en de bruine kleur met het embleem van de twee over elkaar vallende cirkels is vervangen door papier met een tartanmotief.

Door deze beschrijving zou de indruk gewekt kunnen zijn, dat de leider van de fabriek een keiharde zakenman was, die iedereen tegen de grond liep, die hem in de weg kwam. Integendeel! Hij was een kleine, gemoedelijke, wat gezette man, een groot liefhebber van lekker eten. Daarvoor vvas hij natuurlijk op Djati Roenggo wel aan goede adres. Hij had daar dan ook een eigen kamer. Hij was erg gehecht aan zijn moeder. Als hij voor zaken of anderszins een reis naar de buitengewesten of naar het buitenland maakte, vergat hij nooit voor haar een geschenk mee te nemen. Een kostbaar kunstvoorwerp of een zeldzame orchideeën-variëteit. Ook was hij erg gesteld op zijn broer Ned, die hij altijd "Boeng" (wijze oudere broer) noemde. Hij was gul met mooie geschenken voor de hele familie, oud en jong, op feest-en verjaardagen. Kortom een aardige gezellige man, wiens bezoek altijd even welkom en prettig was!

Daarnet werd terloops de naam van Henry's onafscheidelijke jongere broer Charles genoemd. Ook geen man die men gemakkelijk over het hoofd zag, laat staan vergat. Niet zo klein en tenger als zijn oudere broer. Blond met licht blauwe ogen en blozende wangen. Het oude Schotse type. Hij was assistent-resident onder andere te Kendal bij Semarang en een van de vaste gasten op Djati Roenggo. Na zijn pensionnering woonde hij op Kalisari, een klein onderneminkje bij Oengaran. Zijn huishouden werd gedaan door zijn nicht Clara Juliana Mac Gillavry, tante Claartje voor het de familie. Gemakkelijk had zij het niet bij neef Charles, met haar zachte en bescheiden aard. Gewoonlijk werd zij door hem gecommandeerd en afgeblaft. Meestal droeg zij, zoals in die tijd gebruikelijk was, de inheemse dracht van sarong en kabaja. In een opwelling van ijdelheid kocht zij eens een echte en in haar ogen prachtige japon, waar zij erg trots en blij mee was, met een garnering van struisveren aan de hals. Enig commentaar van Charles: "Claartje wat zie jij er uit! Je lijkt wel een condor!" Uitgesproken met een lang aangehouden Indische "rrr".

De vier takken
Henri Pierre Théodore Elise
De tweede tak
Tak 1
Tak 2
Tak 3
Tak 4
Pag. 1
Pag. 2
Pag. 3
Pag. 4
Naschrift
Pag. 5
Pag. 6
Pag. 7
Pag. 8